‘Ik kan dat niet! Zegt mijn kind - omgaan met faalangst bij kinderen’ van Marc Litière (Lannoo - ISBN 978-90-209-7387-7) is een boek dat ik liever zou lezen als er zich een faalangstmoment voordoet. Ik heb echter geen andere keuze, de lectuurtafel wordt blijkbaar druk bezocht.
In dit veelgebruikte boek laat Marc Litière zien hoe je beter kunt kijken en luisteren naar je kind en zo de oorzaak van zijn of haar gedrag kunt achterhalen. Hij geeft vele concrete adviezen om met faalangst om te gaan én om faalangst te vermijden.
Dit boek biedt heel wat concrete adviezen voor ouders, leerkrachten en hulpverleners die op een creatieve manier willen werken aan het zelfvertrouwen bij kinderen.
Het boek is een houvast, een hulp en een wegwijzer voor wie in elk kind het wonder wil zien.
Vandaag krijgen we als opdracht: noteer twee waarheden over jezelf en één leugen. De bedoeling is dat de anderen je leugen achterhalen.
Arme Anna! Niemand gelooft dat ze groene vingers heeft. Van Elsie denken we allemaal ten onrechte dat ze niet naar reality televisie kijkt en dat ze wel gaat trouwen op 10.10.2010.
Dat mijn man en ik elkaar hebben leren kennen op het internet, gelooft ook al niemand.
Geschiedenis en identiteit
We krijgen een uiteenzetting van Elsie over het belang van de geschiedenis en de identiteit van het kind voor zijn zelfbeeld. We vernemen via voorbeelden dat een kind daarover soms liegt. Om de ouder te idealiseren of om de pijn voor zichzelf te verzachten. Het is dan belangrijk het kind niet af te straffen, maar het gevoel dat achter de leugen zit te herkennen en te erkennen.
Anna toont ons het levensboek van haar pleegzoon Wout. Foto’s, brieven, tekeningen en kaartjes met een woordje uitleg erbij. Soms kost het moeite om aan babyfoto’s te geraken of informatie door te krijgen van vroegere opvoeders. Deze info is echter wel belangrijk voor het kind om zich een beeld te kunnen vormen van zijn geschiedenis. Het is een waardevol hulpmiddel voor het kind om zijn verleden te leren begrijpen.
Het is ook van enorm belang dat pleegkinderen contact hebben met hun ouders. Op lange termijn werkt het heel positief omdat het kind leert om zijn gevoelens te verwerken.
Om dit te illustreren, bekijken we een reportage over twee Nederlandse pleegvaders.
Twee vaders
Terwijl de pleegvader het kapsel van het pleegkind verzorgt, stelt het kind zichzelf voor. Zo zien we vijf pleegkinderen van diverse leeftijden onder schaar of kam vandaan komen. Het gezin is met vakantie op de camping. Het is er een drukke, maar gezellige bedoening.
De moeder van één van de pleegzonen komt, samen met haar nieuwe partner, op bezoek. De pleegvaders zetten alles op alles om dit contact te doen slagen.
We maken ook kennis met de ouders van drie andere pleegkinderen.
Zij krijgen hun kinderen te zien in een neutrale bezoekruimte. Ook hier valt de inzet van de pleegvaders op, de steun die zij de kinderen én de ouders trachten te bieden. Wat een helden, die twee mannen!
In groepjes bespreken we de reportage aan de hand van een aantal vragen. Daarna volgt een slotbespreking. Alles gaat vrij snel omdat het einduur alweer onherroepelijk nadert.
We maken de afspraak dat we het huiswerk rond deel vier van het levensboek naar Elsie zullen mailen of opsturen. Er volgt nu namelijk een periode van huisbezoeken. Elsie en Anna komen bij ons op huisbezoek over exact twee weken. De vijfde bijeenkomst gaat pas over drie weken door.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten