maandag 15 augustus 2011

Tweede bijeenkomst

We arriveren als eersten. Ik maak gebruik van de wachttijd om de tafel met beschikbare literatuur te bekijken. Ik grabbel gretig in het leesvoer terwijl Anna één en ander toelicht.

Het boek ‘Knutseljaren’ van Annemie Willemse (Lannoo – ISBN 978-90-209-5389-3) gaat over een vrij negatieve pleegzorgervaring.

Annemie wordt de gelukkige pleegmoeder van Tim, een driejarig jongetje uit een tehuis.

Tim is Annemie’s eerste pleegkind.

Haar idealisme krijgt echter een flinke deuk wanneer blijkt dat de jeugdrechter beslist om Tim in een instelling onder te brengen.

Ontgoocheld gaat Annemie de strijd aan om contact met Tim te kunnen houden.

Ze botst op een muur van onbegrip.
Ze blijft vechten voor het geluk van Tim, maar dreigt het pleit te zullen verliezen.



Geknipte lectuur voor mij om mijn romantische voorstelling van pleegzorg om te tunen naar een meer realistische kijk op de zaak.

Onze eerste opdracht vanavond is: ‘maak een tekening over je gezin’.
Daarna vertellen we één voor één wat we getekend hebben. Een jonge vrouw, die er vorige week niet bij was, bijt de spits af en blijkt deel uit te maken van een sympathiek en energiek gezin. Ook haar man, die als tweede aan het woord komt, straalt die energie uit. 



De groep telt opvallend veel poezenliefhebbers. Verder hoor ik de woorden creatief, natuur en muziek regelmatig terugkomen.


Rollenspel

Om ons te leren inleven in de gevoelens die de kop kunnen opsteken bij een pleegzorgplaatsing, spelen we een rollenspel.

Ik ben een meisje dat volgende week zes jaar wordt. Mijn vader verliest plots zijn job. Hij vertelt mij dat de geplande uitstap met mijn vriendinnetjes naar de Efteling niet kan doorgaan. Uiteraard ben ik enorm teleurgesteld. Niets kan mij troosten. Vader verliest zijn geduld en geeft me een oorveeg. Daarbij kom ik ten val. Resultaat: hersenschudding. 
Mijn moeder roept er in allerijl de huisarts bij. Deze stelt zich vragen omdat het niet de eerste keer is dat zich dergelijke ‘ongelukken’ voordoen. Als we uiteindelijk thuiskomen, ik met ingezwachteld hoofd - wat een belachelijk zicht moet zijn geweest aan de mimiek van de toeschouwers te zien - besluit vader om de boel de boel te laten. Hij gaat op café. 
In het holst van de nacht belt de politie aan en deelt mijn moeder mee dat vader in dronken toestand tegen een boom is geknald. Hij zal voor onbepaalde tijd in het ziekenhuis verblijven. Moeder staat er alleen voor. 
Ik voel de spanningen bij moeder aan en word onhandelbaar. Constant vraag ik om negatieve aandacht. Dit resulteert opnieuw in een oorveeg mét bloedneus. Moeder schrikt zo hard dat ze wegrent. Ik ren haar achterna en val van de trap. Opnieuw in allerijl naar de huisarts met een ontredderde moeder. Met goedvinden van mijn moeder zorgt de huisarts voor een crisisplaatsing in een pleeggezin. 
Vader, moeder en zesjarige dochter van het pleeggezin zijn nerveus en voelen een beetje paniek. Het is voor hen de eerste crisisplaatsing. De maatschappelijk werker of plaatsingsbegeleider is niet happy met de situatie en besluit om mij voorzichtig voor te bereiden op de plaatsing in plaats van mij bruusk weg te rukken van mijn moeder. Ik klamp mij uiteraard vast aan moeders vertrouwde rokken. 
Mijn gehospitaliseerde vader voelt zich vreselijk machteloos en schuldig. Dit heeft hij nooit gewild. Uiteindelijk begeleiden de maatschappelijk werker en mijn moeder mij naar het pleeggezin, waar ik al snel met mijn leeftijdsgenootje begin te spelen.
De rol van mishandeld kind is mij op het lijf geschreven. Ik heb dan ook niet de minste moeite om de gevoelens van dit kind te verwoorden.
De gevoelens van de moeder die haar kind tijdelijk uit handen geeft, da’s een ander paar mouwen. Het blijft moeilijk om je dat voor te stellen.

Toelichting huisbezoek

Tussen stap vier en vijf gaan Elsie en Anna op huisbezoek. Tijdens de pauze vullen we onze naam in op een blad met mogelijke data en tijdstippen.

Toelichting zesde stap

De zesde bijeenkomst is gepland op een zaterdag. Op deze bijeenkomst mogen we onze kinderen meebrengen. Ook vrienden, familie en sympathisanten zijn welkom. Op die manier maken zij kennis met het concept pleegzorg en kunnen ook zij zich voorbereiden op de komst van een pleegkind in ons gezin.

Zonder nadenken weet ik wie ik er graag bij zou hebben:
1.    mijn dochter uiteraard
2.     mijn twee beste vriendinnen
3.     een koppel, met wie we samen veel mooie momenten beleven en die bovendien elk apart fungeren als vertrouwenspersoon


Omgaan met verliezen in de pleegzorg

We nemen een kleine hoeveelheid theorie door over verlies en de rol van pleegouders in de verwerking. Ik noteer nieuwe woorden die mij aanspreken: ’rouwarbeid’ of ‘rouwtaken’: je gaat over tot actie om aan je verdriet te werken. Deze rouwtaken kunnen opduiken lang na het verliesmoment en buiten de rouwfasen en hun theoretische volgorde om.

Tijd voor een case study. In drie groepjes stellen we ons de vraag wat de betrokkenen kunnen doen om het beschreven kind te helpen omgaan met het verlies.

Ik noteer bruikbare praktische tips:

      Het jonge kind tekent, scheurt, maakt proppen en gooit deze in een grote ‘bozendoos’. Het iets oudere kind dropt hier boze brieven in.
      Het kind neemt een mamadoos mee naar het pleeggezin. Daarin steekt hij een foto van zijn moeder en een sjaaltje dat naar haar ruikt.

Dan volgt een korte nabespreking en een woordje uitleg over het huiswerk. Deze week zijn dat een aantal vragen die peilen naar de manier waarop je met verschillende gevoelens omgaat en krijgen we de opdracht een verlies-inventarisatiewerkblad te maken.

Anna sluit de avond af met een positief pleegzorgverhaal. Ze vertelt over de therapie die haar pleegzoon heeft gevolgd. Eén van de aanwezigen merkt op dat hij dergelijke psychologische en psychiatrische begeleiding niet kan betalen. Daar kijk ik van op. Mijn man en ik volgden infoavonden bij een viertal verschillende organisaties en wij hebben een vrij goed beeld van welke kosten er gedekt worden en op welke manier dat gebeurt. Vreemd.

Anna gebruikt in haar relaas twee prachtige woorden die zoveel zeggen: ‘buikmama’ en ‘hartmama’. Mooi!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten