maandag 15 augustus 2011

Het eerste huisbezoek


Bij een tas thee en een koekje vragen Anna en Elsie om bepaalde passages uit ons levensboek te verduidelijken. Mijn man vertelt over zijn scoutsverleden, zijn ouders, broers en zus, zijn studententijd, …  Ik luister geboeid. Ik heb immers zijn levensboek niet gelezen. Hij het mijne ook niet.

Soms neemt het gesprek een zware wending. Jeugdtrauma’s, verliezen, frustraties. Niet evident om over te converseren.

Gelukkig krijgen we de kans om af en toe te schaterlachen. Zo heeft manlief ongewild onze beide bezoekers op een verkeerd been gezet. Hij tikte namelijk zijn bijdrage in het ingescande levensboek in plaats van het met een balpen te schrijven. Anna en Elsie hebben de gewoonte het voorgedrukte voorbeeld van verlies-inventarisatie over te slaan om zich toe te spitsen op de handgeschreven stukken. Bij de versie van mijn man hadden ze niet door dat ze het voorbeeld aan het lezen waren. Toen ze bij de passage ‘een oom betastte mij onder mijn rokje’ kwamen, wisten ze niet waar ze het hadden!

Anna wijst ons op de troeven die wij hebben om pleegouder te worden. Ze vindt dat we goed communiceren en dat we een realistische kijk hebben op de dingen. Ze merkt bij het bestuderen van pleegzorgsituaties ook op dat wij vaak een fase verder zitten dan de anderen. Terwijl onze collega’s verslagen zitten te bekomen van de ernst van het verhaal, zijn wij al in de weer met het zoeken naar oplossingen.

Bij de rondleiding door het huis voel ik mij onzeker. We hebben nog zoveel te verbouwen. Elsie vindt het steenkoud boven. Dit maakt me nog onzekerder. Anna stelt me op mijn gemak met haar opmerking dat zij de bovenverdieping van haar huis evenmin verwarmt. 

Al hebben we weinig luxe en beperkte ruimte, ik geloof stellig dat de ruimte in ons hart voor een pleegkind een luxueus cadeau kan zijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten