maandag 15 augustus 2011

Tweede huisbezoek

Drie weken na de zevende stap komen Elsie en Anna opnieuw op bezoek.


Als Elsie vraagt welke case we bij het groepswerk van de vijfde bijeenkomst hebben besproken, zitten we met onze mond vol tanden. Wat zit dat ver! Buiten een intensief gesprek met mijn vriendin over de zesde bijeenkomst en over het tussentijds verslag, zaten we de afgelopen weken eerder in onze oude routine.


Leidraad voor het gesprek van vanavond is het tussentijds verslag. Anna bladert wild door ons volumineuze levensboek, op zoek naar de rubrieken waar ze nog bijkomende informatie over wil. Wat een job.


Hier en daar lichten we de gevraagde onderwerpen extra toe. Ook onze dochter mengt zich in het gesprek en verduidelijkt haar standpunten.


Anna en Elsie merken op dat we als pleeggezin veel sterke kanten hebben.
We zijn dus ‘geslaagd’!


Profiel  


Als laatste taak stellen we het profiel op van het pleegkind dat bij ons gezin zou passen:
-       geslacht: uit praktische overweging kiezen we voor een meisje
-       leeftijd: na een levendige discussie over taalontwikkeling, kleuterschool, op het potje gaan en pampers, verhogen mijn dochter en ik onze gewenste minimumleeftijd en verlaagt mijn man de zijne. Zo komen we tot een compromis: van 5 tot 12 jaar.
-       problematiek: seksueel misbruik sluiten we uit omdat we ons daar geen raad mee weten
-       handicap: we overlopen alle mogelijke problemen. Zwaar autisme zien we niet zitten. Leerachterstand en lichte handicaps vormen geen probleem.
-       soort pleegzorg: aanvankelijk kiezen we voor langdurige opvang. Elsie weet ons echter te overtuigen om ook open te staan voor kortdurende opvang, omdat die soms evolueert naar langdurige opvang en omdat de vraag naar kortdurende opvang groot is. Ze geeft enkele voorbeelden van dossiers en maakt ons onmiddellijk warm voor dit soort opvang.


Match


Elsie belooft dat ze ons profiel nog voor de kerstvakantie in de computer zal inbrengen. Daarna is het wachten op een ‘match’. Ze vraagt ons om geduld te hebben, want het kan best lang duren vooraleer we bericht krijgen. Er zijn momenteel veel kandidaat-gezinnen voor jonge kinderen. Uiteraard mogen we altijd bellen als we het gevoel hebben dat het te lang duurt.


Afscheid


Dit is onherroepelijk het einde van de leuke contacten met deze twee boeiende dames. Elsie’s taakomschrijvingen zijn niet van die aard dat we mogen hopen dat ze onze gezinsbegeleidster wordt. Anna kan ik mij niet meer wegdenken uit ons verhaal. Het afscheid beperkt zich dan ook tot een simpele en zeer gemeende ‘tot mails’.

Tussentijds verslag

Het tussentijds verslag is een bundel van acht A4’s met een samenvatting van de levensboeken en van het eerste huisbezoek, geschreven in vloeiende volzinnen. Het arriveert met de post zodat wij het al kunnen nakijken tegen het tweede bezoek. Ik lees het meteen na en merk dat hier hard aan gewerkt is.

Inhoud:
1.   identificatiegegevens
2.   algemene en gezinsgegevens
2.1.    woonomgeving
2.2.    gezinssituatie
2.3.    opleiding en werk
3.   levensgeschiedenis
4.   motivatie
5.   stap en criteria voor pleegzorg
5.1.    open en duidelijk zijn
5.2.    samenwerken en ouderschap delen
5.3.    kinderen helpen een positieve kijk op zichzelf te ontwikkelen
5.4.    kinderen helpen hun gedrag te veranderen zonder hen te kwetsen
5.5.    inschatten wat pleegzorg in jullie gezin zal betekenen
6.   profiel
7.   voorlopig besluit

Laatste huiswerk

Diezelfde avond zet ik mij aan het laatste huiswerk.

Stel u voor dat u vandaag het kind gaat ontmoeten dat in uw gezin geplaatst zal worden. Kunt u dit kind omschrijven?

Ik stel mij een meisje van vijf jaar voor.
Gezinsachtergrond: verwaarlozing/mishandeling.
Land van herkomst: speelt geen rol.
Culturele achtergrond: speelt geen rol.
Is een handicap (verstandelijk/lichamelijk) een bezwaar? Neen, een lichte handicap moet kunnen.

Dan volgt een waslijst van gedragingen. Ik vul in of dit gedrag voor mij moeilijk is of eerder een uitdaging en welke vaardigheden ik daarvoor nodig heb. Ik schrijf ‘moeilijk’ bij weglopen, stelen, liegen en seksueel uitdagend gedrag. Andere zaken zoals druk, stil, (hyper)actief, driftig verwacht ik aan te kunnen.

Na nog wat vragen over de sterke en zwakke punten van het gezin, volgt een evaluatieformulier. Niets dan lof schrijf ik daarop!

Zevende en laatste bijeenkomst

Vandaag volg ik een cursus presentatietechnieken. Bij wijze van oefening vraagt de docent een uiteenzetting te geven over een onderwerp naar keuze. Ik kies voor ‘omgaan met pubers’. Mijn publiek bestaat uit kandidaat-pleegouders, die een info-avond bijwonen over dit onderwerp. Op het programma staan heel wat vakspecialisten. Ter inleiding vroeg het organiserend comité mij, als ervaren pleegmoeder van pubers, om enkele tips mee te geven.

Ik vertel enthousiast over hoe je door moeilijk gedrag heen kan kijken en geef enkele tips en trucs, waaronder Anna’s bozendoos. Ik voel mij goed in deze rol!

Dit goed gevoel neem ik mee naar de zevende bijeenkomst.

We bespreken onze ervaringen van afgelopen zaterdag. Ik ben opgelucht te horen dat de cowboyverhalen van de pleegmoeder zich tot onze tafel hebben beperkt. Haar eerste twee panelgesprekken verliepen sereen. Haar laatste drie gesprekken deed ze in aanwezigheid van een medewerkster.

Allemaal drukken we onze bewondering en ons respect uit voor de betrokkenheid, zorgzaamheid en liefde die in de getuigenissen naar voren kwamen. Na zaterdag zijn we met zijn allen zekerder van ons stuk geworden. Iedereen wil ermee doorgaan.

Elsie heeft twee vragen over het STAP-programma voor ieder van ons:
-         wat neem je mee?
-         wat laat je achter?


Wat neem je mee?

Alle kandidaten hebben een leerproces ondergaan en nemen een rijkdom aan kennis mee. Velen hebben het over het feit dat de groep zo tof is. Dat vind ik ook.

Ik vermeld mijn honger naar kennis, die ik zeker wil blijven voeden. Verder geef ik de groep, Elsie en Anna een pluim en uit ik mijn bewondering voor de drie alleenstaande dames.


Wat laat je achter?

Velen laten de belasting achter, die de dinsdagavonden met zich meebrachten in hun agenda en hun huishouden. Ik laat mijn angst achter om tijdens het STAP-programma de Mexicaanse griep op te doen en dus een avond niet te kunnen bijwonen. Oef, daar moet ik niet meer mee inzitten!


Van griep naar vis

Er hangt een emotionele sfeer in de groep.
Het besef dat we onze laatste uren samen doorbrengen, begint te wegen.
Toch hebben we nog werk te verzetten. Elsie vertelt over de betekenis en de uitwerking die het pleegouderschap op onze eigen situatie kan hebben.

Ze illustreert de impact van een pleegkind op het gezin aan de hand van een mobiel. Zes vissen hangen in evenwicht (afgezien van het feit dat ik de vissen met mijn hoofd aanstootte bij het terugbezorgen van het jeugdboek aan Anna). Ze zien er schattig uit met hun getuite lippen. Elsie haakt een zevende vis aan het mobiel. Gevolg: iedereen uit balans! Na een tijd is er echter opnieuw evenwicht.









Dan volgt een spelletje. We luisteren naar muziek en geven een rugzak door. Als de muziek stopt, neemt de persoon bij wie de rugzak gebleven is, er een voorwerp uit. Daar hangt een beschrijving aan, waar je over dient te vertellen of je met de problematiek kan omgaan en wat je zou ondernemen.


Van vis naar couscous

Uit de rugzak halen we de volgende beschrijvingen:
-         ik ben acht jaar en verstop eten
-         ik ben zeven jaar en wil terug naar huis
-         ik ben tien jaar en lust heel graag couscous
-         ik maak alles kapot en als je ’t me vraagt, heb ik niets gedaan
-         ik ben acht jaar en bel stiekem dagelijks met mijn mama
-         ik ben dertien jaar en lees de Playboy
-         ik ben een lieve, vrolijke baby, maar maak geen oogcontact
-         ik ben zes jaar en wil wekelijks bij mijn opa op bezoek, 132 kilometer ver
-         ik ben vijf jaar en hou mijn eten urenlang in mijn mond. Als ik vast voedsel moet eten, ga ik braken.
-         poezen zijn lief, maar ik trek aan hun staart, sluit ze op en bijt in hun oor
-         ik ben vijftien jaar en gewend om alles te krijgen wat mijn hartje begeert

Ik krijg de couscous. Komt dat even goed uit, want het is toevallig ook mijn lievelingsmaal! Ik sta open voor voedsel uit andere culturen. Als ik het niet kan klaarmaken, zal mijn man mij wel helpen. Hij krijgt de poezensituatie. Hij eist respect voor mens en dier en zal daar heel erg voor opkomen. Laten we hopen dat onze poezen dit niet moeten meemaken.


De eerste 24 uur

Nu wordt het echt heel concreet. Stel je de eerste 24 uur voor dat je het kind effectief in huis hebt. Elsie stapt af van de theorie en vraagt aan één van de deelnemers om haar verhaal te doen over de eerste contacten met een kleine jongen, die bij hen in weekendopvang komt. Ontroerend! Jammer genoeg loopt dit pleegzorgverhaal niet verder omdat de oma deze taak opnieuw op zich neemt. Dat hoort er dus ook bij.


Positief pleegzorgverhaal

Elsie sluit de avond af met een verhaal over een meisje van 2,5 jaar, dat op motorisch vlak een achterstand heeft en dat nog niet praat. Omdat het meisje in de instelling onvoldoende individuele aandacht krijgt (alhoewel ze voor de andere kinderen fungeert als een levende pop), gaat ze naar een pleeggezin. Op een dag krijgt Elsie een ansichtkaart van het vakantieverblijf van het gezin, met het heuglijke nieuws dat het meisje drie woorden heeft gesproken. Later krijgt Elsie het kind nog eens te zien op een familiedag en merkt ze dat het opgebloeid is tot een vrolijke en onbezorgde kleuter.


Afscheid  

Het zeven stap programma is onherroepelijk afgelopen. Wat nu volgt, is chaos. Er gaan blaadjes rond waar men in de gauwte e-mail adressen op krabbelt. Hier en daar pinkt iemand een traan weg. Iemand heeft het moeilijk en vlucht weg. 

Anna, de schat, slaagt er altijd in om op het juiste moment de juiste opmerking te maken. Terwijl ik mee opruim, vertelt ze dat ze bij mij dezelfde controledrang ziet, die ook in haar zit. Alles netjes wegzetten, alles op een rij. Ik voel verbondenheid met haar. Ze is mijn grote voorbeeld.

Zesde bijeenkomst

Er staan zes tafels opgesteld met kandidaten en hun sympathisanten.

Elsie schetst het verloop van de bijeenkomst en stelt de ‘experten’ voor:
  1. een ‘eigen’ zus en broer
  2. een medewerkster van de dienst voor pleegzorg
  3. een moeder van wie de zoon in een pleeggezin is geplaatst
  4. een ‘actieve’ pleegmoeder
  5. een consulent van de sociale dienst van de jeugdrechtbank
  6. een volwassen pleegzoon
  7. pleegouders, die een afgebroken plaatsing hebben meegemaakt
Dan vraagt ze aan de kandidaat-pleegouders om even recht te staan, zichzelf voor te stellen, te vertellen wie ze meegebracht hebben en hoe ze het STAP-programma tot nu toe hebben ervaren.

Ik bijt de spits af en stel mijn dochter voor. Over onze vrienden zeg ik dat ze ieder voor zich fungeren als vertrouwenspersoon. “Een soort partnerruil”, voeg ik eraan toe. Mijn vriendin stel ik voor als mijn steun en toeverlaat. Verder vertel ik dat we bewust voor deze ‘opleiding’ kozen om voldoende voorbereid en met kennis van zaken in het verhaal te kunnen stappen.

Het valt mij op dat onze drie alleenstaande dames niemand of slechts één persoon meebrachten. De één haar zoontje, de ander haar moeder. Ik ben blij dat mijn vrienden erbij kunnen zijn.


Met de klok mee roteren de experten langs de zes tafels om hun verhaal te vertellen en onze vragen te beantwoorden.


Gesprek 1: de zorgzame broer en zus

De zus en broer vertellen vlot over hun twee pleegzussen en hun pleegbroertje. Door zijn epilepsie heeft het broertje extra zorg nodig.
De grote broer spreekt hier bijzonder liefdevol over. Het verwondert mij niet dat beide jongeren later in een zorgberoep willen stappen.
Veel te snel maant Elsie de sprekers aan tot roteren.


Gesprek 2: de mama

De medewerkster van de dienst en de moeder nemen samen plaats aan onze tafel.  De medewerkster vertelt over de manier waarop zij de pleegzorgplaatsingen opvolgt en begeleidt. Ik betrap mijzelf erop dat ik niet echt luister. Ik ben meer in de weer met het observeren van de mama, want ik vind de confrontatie met haar behoorlijk spannend.

Na de uitleg steek ik dan ook van wal met mijn vraag of de mama het belangrijk vindt dat pleegouders veel luxe kunnen bieden aan het kind. Wat een bevredigend antwoord! Ze verkiest een groot hart en veel liefde boven  materiële zaken. Op ieders tong brandt de vraag naar het waarom van deze pleegzorgplaatsing. De mama lost geen details en uit respect voor haar vragen wij er niet naar.

Gesprek 3: Wild West pleegmoeder

Een vlotte, dynamische, wat oudere dame vertelt vol overgave over de vele pleegzorgkinderen die voor korte of langere tijd bij haar hebben gewoond. Het liep niet altijd van een leien dakje.
Naarmate ze zich verliest in haar enthousiasme, krijgen haar anekdotische uiteenzettingen meer en meer de allure van het Wilde Westen. Haar cowboyverhalen werken veeleer ontradend dan enthousiasmerend. Dat mag niet de bedoeling zijn!

De pauze komt net op tijd. We nemen met zijn allen een kijkje in de neutrale bezoekruimte en we zetten ons schrap voor de volgende drie gesprekken.

Gesprek 4: de consulent

De consulent verklaart ons het verschil tussen bijzondere jeugdzorg en jeugdrechtbank. Bijzondere jeugdzorg vraag je op vrijwillige basis aan. De jeugdrechtbank wordt ingeschakeld bij problematische opvoedingssituaties en bij misdaad. De term MOF komt ter sprake: als misdaad omschreven feit.

Gesprek 5: de pleegzoon

Een knappe jonge kerel stelt zich voor, geflankeerd door Anna. Hij vertelt dat hij als baby bij pleegouders werd geplaatst. De eigen kinderen van zijn pleegouders werden geboren toen hij al in het gezin was.

Zijn echte moeder heeft hij pas rond zijn twaalfde leren kennen. Zijn vader heeft hij nooit gekend. De man is intussen overleden.

We voelen de pijn van deze jongen als hij spreekt over de sterke behoefte om meer over zijn vader te weten. Hij wil zo graag een foto van de man, maar kan er niet aan geraken.

De jongen woont zelfstandig, weliswaar met begeleiding. De afgelopen jaren heeft hij het moeilijk gehad. Hij volgt therapie om de dingen te leren plaatsen zodat hij op een goede manier verder kan met zijn leven.

Hij verontschuldigt zich als de emoties hem teveel worden en er tranen stromen. Wij verzekeren hem ervan dat huilen mag en wij loven hem om de moedige manier waarop hij zijn verhaal doet.


Gesprek 6: de verdrietige ex-pleegouders

Een lange stevige man vervoegt ons, samen met zijn frêle vrouw. Zij hebben twee eigen dochters en namen een vierjarige pleegdochter in huis. Dit verwaarloosde meisje vertoonde zware hechtingsproblemen. Voor dit kind was het leven letterlijk een strijd. Op een extreme manier kwam ze voor zichzelf op. Haar overlevingsdrang uitte zich verbaal én lichamelijk.

Zeven jaar lang deden deze mensen hun best om zo goed en zo kwaad als mogelijk een gezin te vormen. Tot de pleegmoeder twee jaar geleden in het ziekenhuis lag. Op dat moment werd de last op de schouders van de pleegvader zo zwaar, dat er niets anders opzat dan de dienst te bellen en toe te geven dat hij het niet aankon. Het meisje verhuisde naar een instelling en verblijft daar nog steeds.

De pleegvader heeft het enorm moeilijk. De tranen rollen van zijn wangen. Ook hij verontschuldigt zich voor zijn emoties. We stellen hem gerust. Huilen mag, ook als je een sterke stoere man bent.

Elsie kondigt het einde van de gesprekken aan en vraagt uitgerekend deze pleegvader om af te sluiten met een positief pleegzorgverhaal. De man kan geen woord zeggen. Gelukkig springt zijn vrouw hem bij. Ze vertelt dat in haar gezin het gezegde ‘blijf kalm, drink een Palm’ gangbaar was. Op een keer draaide haar pleegdochter zich op de tram om naar een geagiteerde medereiziger om dit gezegde te placeren. Hilariteit alom!

Met deze anekdote slaagt de vrouw erin om de zware sfeer te doorbreken. Haar echtgenoot heeft intussen de moed bijeengeraapt en vertelt over de gezinsreis naar Turkije, de aandacht die de pleegdochter daar kreeg van hotelpersoneel en –gasten en hoe het kind daarvan genoot. De gelukkigste week van haar leven.


Napraten

We praten nog even na met Elsie, Anna en de pleegvader. Nog steeds wil hij zich verontschuldigen. Het was absoluut niet de bedoeling ons af te schrikken. We vertellen hem dat we dankbaar zijn. Als we ooit hetzelfde meemaken, zullen wij ons dit panelgesprek herinneren en zijn we misschien in staat om actie te ondernemen nog voor ons gezin uiteenvalt.

Voorbereiding zesde bijeenkomst

De zesde bijeenkomst komt dichterbij. Ik formuleer enkele vragen.

Natuurlijke moeder
-     Vind jij het belangrijk dat pleegouders in een groot huis wonen en veel spulletjes kunnen kopen voor het pleegkind?
-     Bezoek jij je kind het liefst bij de pleegouders, in een neutrale ruimte of ontvang je het kind liever bij jou thuis?
-     Ben je soms jaloers als je ziet dat het klikt tussen je kind en de pleegouders? Hoe ga je daarmee om?

Volwassen pleegzoon
Nu je het huis uit bent, hoe sta je tegenover je pleegouders? Maken zij nog deel uit van je leven of zijn ze een verre herinnering?

Eigen zoon en dochter
Heb je momenten gehad dat je wenste dat je een ‘gewoon’ gezin had, zonder pleegkind(eren)?

Pleegouders
Hebben jullie binnen je pleegouderperiode momenten gekend waar je oprecht spijt van hebt, door bij voorbeeld foute beslissingen te nemen of verkeerde daden te stellen? Kon je daar ergens mee terecht?

Consulent van de sociale dienst van de jeugdrechtbank
-     Werk je graag samen met de pleegzorgdienst en met pleegouders of liever met een instelling? Wat is het gemakkelijkste?
-     Welke goede raad wil je aan toekomstige pleegouders meegeven?



Mijn dochter en ik lezen samen het jeugdboek. We wisselen elkaar af in het luidop lezen. Hoewel de auteur zeer problematische situaties aanhaalt, blijft de toon luchtig. Sommige passages zijn best wel grappig. Ik geniet van deze voorleesmomenten, die schaarser zijn geworden nu ze 13 is.

Zelfstudie


Ik lees het verhaal van een pleegouder over een afgebroken plaatsing. De uitputting, de wanhoop, het schuldgevoel en de totale ontwrichting van het hele gezin. De opluchting wanneer ze vernemen dat het jongetje beter kan aarden in zijn nieuwe pleeggezin. De beslissing om geen ander pleegkind meer te nemen.

Ik hoop dat ik nooit een dergelijk verhaal hoef te schrijven!

Vijfde bijeenkomst

Vandaag bezorgen we onze getuigschriften van goed zedelijk gedrag. We moeten ook nog langs de huisarts passeren voor een attest medische geschiktheid.

Als opwarmer vertellen we met welk soort gedrag we het moeilijk hebben. Zo komen we aan een hele waslijst:

-       agressie
-       destructief gedrag
-       stelen
-       automutilatie
-       luidruchtig
-       liegen
-       té snel aanpassen
-       gesloten, contact mijden
-       seksueel uitdagend gedrag
-       zichzelf overschatten
-       egoïstisch, verwend
-       bewust ongehoorzaam, moedwillig

Omgaan met gedrag

Dan volgt een theoretische uiteenzetting over omgaan met gedrag en een veilig perspectief bieden. Elsie heeft voor ons een kopij gemaakt uit een publicatie van Kind en Gezin over grenzen stellen, belonen en straffen.

Aangezien ik voorstander ben van belonen en relatief tegenstander van straffen, spits ik mijn oren en voel ik aan dat ik op sommige vlakken nog wat heb bij te schaven. Een beloning bij voorbeeld hoeft niet altijd materieel te zijn. Je kan ook belonen via aandacht en complimentjes geven.



Triple P

Elsie vertelt ons over Triple P (Positive Parenting Program), een Australisch preventieprogramma dat ouders ondersteunt in de opvoeding van hun kinderen. Het biedt ouders eenvoudige oplossingen
en tips aan voor veel voorkomende opvoedingsvragen.

Het doel is positief ouderschap te bevorderen en emotionele- en gedragsproblemen bij kinderen te voorkomen en/of te verminderen. 


Als ik de Triple P folder doorblader, ontdek ik dat de wereld klein is.
Op een foto prijkt een vriend met zijn jongste dochter.

Dat snoetje!












Applaus voor chocola

Tijd voor een activiteit. Mijn man vliegt buiten (“wat, nu al?”) en wij verstoppen een doos chocolaatjes. Door middel van handgeklap zullen wij hem helpen om deze te vinden. Aangezien hij niet weet wat hij precies moet zoeken, grabbelt hij mij even vast. Eens hij weet dat het om een voorwerp gaat, is de zoektocht gemakkelijker. Hij vindt de doos vrij snel én hij is bereid om de inhoud ervan met ons te delen!

Deze oefening is een simpele, duidelijke illustratie van hoe men een doel kan bereiken door middel van aanmoediging.

We maken gebruik van de pauze om een kijkje te nemen in de neutrale bezoekruimte. Een klein maar gezellig en kleurrijk lokaal met aantrekkelijk speelgoed.

Ik neem het boek ‘Over lijstjes, pannenkoeken en een geheim plan’ van Leen van den Berg mee.
Een ongewoon tienerboek voor 10- tot 13-jarigen of voorleesboek voor jongere kinderen (De Eenhoorn - ISBN: 978-90-5838-482-9).

Leen van den Berg heeft het niet makkelijk gehad tijdens de eerste twee jaar van haar gedeelde moederschap over een pleegkind. Een getraumatiseerd kind van vier jaar naar je hand zetten gaat niet over één nacht ijs.

Raf en zijn zusje kunnen niet bij hun moeder wonen. Ze hebben al in verschillende pleeggezinnen gezeten, maar Raf zou het liefst bij zijn eigen moeder wonen. Hij bedenkt een plan met als doel naar mama terug te kunnen.
Eigenlijk is Raf helemaal niet zo aardig. Hij wordt gauw kwaad en gooit dan met van alles. Soms doet hij dat ook expres. Toch komt Raf meestal wel sympathiek over, omdat hij zelf het verhaal vertelt. Daardoor ontdek je waarom hij dingen doet, en dat hij het vaak ook niet kan helpen. Als Raf het te bont maakt, komt hij bij twee nogal eigenzinnige vrouwen terecht, die hem zoveel liefde geven dat hij zichzelf kan worden.
Dat is fijn voor Raf, maar de twee vrouwen zijn wel erg ideale pleegouders.


Casussen

Tijd voor groepswerk. We krijgen in ons zeskoppige groepje drie casussen met de vraag hoe we ermee omgaan en hoe we het kind gaan helpen om het gedrag te veranderen.

  1. De stiefvader van een meisje van vier jaar heeft haar seksueel misbruikt. Ze zit voortdurend met haar handjes in haar slip.
  2. Een pleegzoon van zeven vertoont agressief gedrag, vooral naar de eigen negenjarige dochter toe.
  3. Een graatmager meisje weigert te eten.
We kiezen casus 2 omdat die ons het gemakkelijkste lijkt om mee om te gaan.

We stellen dat we de jongen duidelijk moeten maken dat we dit gedrag niet tolereren. Onze eigen dochter gaan we steunen en uitleg geven.
Om de agressie om te buigen, kunnen we voor de pleegzoon een geschikte sport zoeken. Iemand vertelt over een vriendin, die goede ervaringen heeft met een boksbal in de garage.
We opperen een activiteit, die de beide kinderen kan toelaten om toch naar elkaar toe te groeien. Als activiteit stelt een ‘opportunist’ het wassen van de auto voor. “Hoe agressiever de jongen, hoe properder mijn wagen”.
Als het gedrag zich herhaalt, gaan we over tot een straf. We beperken het televisie- of computergebruik, maar sportactiviteiten laten we altijd doorgaan.

Eén van de deelnemers vertelt dat hij een HIV-seropositief kind zou weigeren in het gezin op te nemen om zijn eigen kinderen te beschermen. Daar schrik ik van. Ik dacht nog geen moment na over dit gegeven. Ik ben niet direct in staat om mij er een mening over te vormen. Waar trek je de grens? Luizen en schurft wel? Hepatitis en HIV niet? Moeilijk.

Het afbreken van een plaatsing

Normaal gezien komt in bijeenkomst 5 het onderwerp ‘het afbreken van een plaatsing’ aan bod, maar we hebben er de tijd niet meer voor.

Elsie stelt voor dat we aan zelfstudie doen. We hebben immers alle theorie in onze 7 stap bundel.


Afspraak tweede huisbezoek

Het tweede huisbezoek heeft twee doelen:

1. het overlopen van ons ‘eindrapport’ en het aanbrengen van eventuele wijzigingen
2. het opstellen van een profiel van het pleegkind dat in ons gezin past

Dit laatste punt zal voor ons nog een opdracht zijn. We moeten ons alle drie kunnen vinden in het profiel. Tevens zijn we nog beperkt qua huisvesting. Elsie merkt op dat de prinsessenkamer van onze dochter zich niet leent tot het herbergen van een jongen. Ze doet ons enkele nuttige suggesties om de periode te overbruggen vóór het verbouwen van de zolder en de badkamer. Deze ‘out of the box’ ideeën zijn het overwegen waard. 

Eierdopjes


Dat onze voorbereidingen tot pleegouderschap zich niet
beperken tot dinsdagavond, bewijzen we in de Kringloopwinkel.
We ontdekken een eierdopje en schaffen het ons aan.

Nu hebben we vier identieke eierdopjes!

Het eerste huisbezoek


Bij een tas thee en een koekje vragen Anna en Elsie om bepaalde passages uit ons levensboek te verduidelijken. Mijn man vertelt over zijn scoutsverleden, zijn ouders, broers en zus, zijn studententijd, …  Ik luister geboeid. Ik heb immers zijn levensboek niet gelezen. Hij het mijne ook niet.

Soms neemt het gesprek een zware wending. Jeugdtrauma’s, verliezen, frustraties. Niet evident om over te converseren.

Gelukkig krijgen we de kans om af en toe te schaterlachen. Zo heeft manlief ongewild onze beide bezoekers op een verkeerd been gezet. Hij tikte namelijk zijn bijdrage in het ingescande levensboek in plaats van het met een balpen te schrijven. Anna en Elsie hebben de gewoonte het voorgedrukte voorbeeld van verlies-inventarisatie over te slaan om zich toe te spitsen op de handgeschreven stukken. Bij de versie van mijn man hadden ze niet door dat ze het voorbeeld aan het lezen waren. Toen ze bij de passage ‘een oom betastte mij onder mijn rokje’ kwamen, wisten ze niet waar ze het hadden!

Anna wijst ons op de troeven die wij hebben om pleegouder te worden. Ze vindt dat we goed communiceren en dat we een realistische kijk hebben op de dingen. Ze merkt bij het bestuderen van pleegzorgsituaties ook op dat wij vaak een fase verder zitten dan de anderen. Terwijl onze collega’s verslagen zitten te bekomen van de ernst van het verhaal, zijn wij al in de weer met het zoeken naar oplossingen.

Bij de rondleiding door het huis voel ik mij onzeker. We hebben nog zoveel te verbouwen. Elsie vindt het steenkoud boven. Dit maakt me nog onzekerder. Anna stelt me op mijn gemak met haar opmerking dat zij de bovenverdieping van haar huis evenmin verwarmt. 

Al hebben we weinig luxe en beperkte ruimte, ik geloof stellig dat de ruimte in ons hart voor een pleegkind een luxueus cadeau kan zijn.

Een tweede brief


De opdracht om een brief te schrijven naar de natuurlijke ouders ligt mij veel moeilijker dan de brief naar het kind. Ik doe veel moeite om de juiste toon te zetten, niet denigrerend, respectvol en open.


Beste Agnes,

Afgelopen zaterdag hebben mijn man, mijn dochter en ik kennis gemaakt met Lotte. Wat een spontaan en levendig kind!

Wij zijn ervan overtuigd dat wij haar bij ons een veilige plek kunnen bieden. Zie jij het zitten dat ze bij ons komt wonen tot de problemen thuis opgelost zijn?

Uiteraard kan je haar zoveel als mogelijk zien, want het is absoluut niet de bedoeling dat wij jouw plaats gaan innemen. We willen enkel hulp en steun bieden in deze moeilijke periode.

Ik hoop dat we gauw met elkaar kunnen kennismaken.

Groetjes


Dine




Streberke

We nemen een kijkje in de boekenrekken van de Kringwinkel. Mijn man toont me het boek ‘Over-opvoeden’. “Kijk,” zegt hij, “weer een opvoedboek, uitgegeven door Lannoo”.  Op dezelfde plank ontdek ik ‘Helpen bij verlies en verdriet’ van Manu Keirse.  “Waw,” zeg ik, “nu kan ik ook boeken uitlenen als ik ooit als pleegmoeder de zeven stap begeleid.” Dit ontlokt mijn man de opmerking dat ik een streberke ben. Klopt!

Over-opvoeden. Vragen we niet te veel van ons kind? Rosenfeld en Wise.
(Lannoo - ISBN 97-890-2094-536-2).

Psychotherapeut Alvin Rosenfeld en journaliste Nicole Wise sloegen de handen in elkaar voor het schrijven van dit boek, dat in Amerika een echte bestseller werd. Het onderwerp is dan ook iets wat vele mensen interesseert: onze moeilijkheden om kinderen (een beetje) los te laten, het over-opvoeden met andere woorden (hyper-parenting).

Net zoals we zelf van de ene afspraak naar de andere hollen, blijken we dat vaak ook van onze kinderen te verwachten. Dat wijzelf én de kinderen wellicht veel gelukkiger zouden worden met een wat minder druk bezet leven, daar staan we weinig bij stil. En precies die problematiek kaart dit boek op een interessante manier aan.




Helpen bij verlies en verdriet. Manu Keirse (Lannoo – ISBN 90-209-2693-4)

Helpen bij verlies en verdriet is een onmisbare gids voor al wie rouwende mensen en mensen met verdriet wil helpen. Het boek biedt vele bruikbare inzichten en is geïllustreerd met talrijke voorbeelden uit het dagelijkse leven. Naast verlies door de dood besteedt de auteur ook aandacht aan andere verliessituaties, zoals verlies van de gezondheid, van het werk, van een perspectief.

Helpen bij verlies en verdriet is een gids die thuishoort in elke huiskamer en op elke werktafel, niet om in één keer door te lezen, maar om telkens weer ter hand te nemen wanneer je geconfronteerd wordt met verdriet.




Dat dit boek van Manu Keirse niet om in één keer door te lezen is, ondervind ik na enkele tientallen pagina’s. Je zodanig verdiepen in verlies en verdriet dat het je deprimeert en je angstig maakt voor verlies, kan niet de bedoeling zijn. Ik leg het boek wijselijk weg.

Vierde bijeenkomst


‘Ik kan dat niet! Zegt mijn kind - omgaan met faalangst bij kinderen’ van Marc Litière (Lannoo - ISBN 978-90-209-7387-7) is een boek dat ik liever zou lezen als er zich een faalangstmoment voordoet. Ik heb echter geen andere keuze, de lectuurtafel wordt blijkbaar druk bezocht.

In dit veelgebruikte boek laat Marc Litière zien hoe je beter kunt kijken en luisteren naar je kind en zo de oorzaak van zijn of haar gedrag kunt achterhalen. Hij geeft vele concrete adviezen om met faalangst om te gaan én om faalangst te vermijden.

Dit boek biedt heel wat concrete adviezen voor ouders, leerkrachten en hulpverleners die op een creatieve manier willen werken aan het zelfvertrouwen bij kinderen.

Het boek is een houvast, een hulp en een wegwijzer voor wie in elk kind het wonder wil zien.





Vandaag krijgen we als opdracht: noteer twee waarheden over jezelf en één leugen. De bedoeling is dat de anderen je leugen achterhalen.

Arme Anna! Niemand gelooft dat ze groene vingers heeft. Van Elsie denken we allemaal ten onrechte dat ze niet naar reality televisie kijkt en dat ze wel gaat trouwen op 10.10.2010.

Dat mijn man en ik elkaar hebben leren kennen op het internet, gelooft ook al niemand.

Geschiedenis en identiteit

We krijgen een uiteenzetting van Elsie over het belang van de geschiedenis en de identiteit van het kind voor zijn zelfbeeld. We vernemen via voorbeelden dat een kind daarover soms liegt. Om de ouder te idealiseren of om de pijn voor zichzelf te verzachten. Het is dan belangrijk het kind niet af te straffen, maar het gevoel dat achter de leugen zit te herkennen en te erkennen.

Anna toont ons het levensboek van haar pleegzoon Wout. Foto’s, brieven, tekeningen en kaartjes met een woordje uitleg erbij. Soms kost het moeite om aan babyfoto’s te geraken of informatie door te krijgen van vroegere opvoeders. Deze info is echter wel belangrijk voor het kind om zich een beeld te kunnen vormen van zijn geschiedenis. Het is een waardevol hulpmiddel voor het kind om zijn verleden te leren begrijpen.

Het is ook van enorm belang dat pleegkinderen contact hebben met hun ouders. Op lange termijn werkt het heel positief omdat het kind leert om zijn gevoelens te verwerken.

Om dit te illustreren, bekijken we een reportage over twee Nederlandse pleegvaders.

Twee vaders

Terwijl de pleegvader het kapsel van het pleegkind verzorgt, stelt het kind zichzelf voor. Zo zien we vijf pleegkinderen van diverse leeftijden onder schaar of kam vandaan komen. Het gezin is met vakantie op de camping. Het is er een drukke, maar gezellige bedoening.

De moeder van één van de pleegzonen komt, samen met haar nieuwe partner, op bezoek. De pleegvaders zetten alles op alles om dit contact te doen slagen.

We maken ook kennis met de ouders van drie andere pleegkinderen.
Zij krijgen hun kinderen te zien in een neutrale bezoekruimte. Ook hier valt de inzet van de pleegvaders op, de steun die zij de kinderen én de ouders trachten te bieden.  Wat een helden, die twee mannen!

In groepjes bespreken we de reportage aan de hand van een aantal vragen. Daarna volgt een slotbespreking. Alles gaat vrij snel omdat het einduur alweer onherroepelijk nadert.

We maken de afspraak dat we het huiswerk rond deel vier van het levensboek naar Elsie zullen mailen of opsturen. Er volgt nu namelijk een periode van huisbezoeken. Elsie en Anna komen bij ons op huisbezoek over exact twee weken. De vijfde bijeenkomst gaat pas over drie weken door.